Paises Bajos: Hoe een akkerbouwer op zand de uienteelt in de benen houdt
Herman en Harm Hendriks telen sinds 2018 uien. Het gewas bevalt hen goed, maar er komt veel bij kijken. ‘Aaltjes- en onkruidbestrijding is lastig, maar door een ruim bouwplan en goede percelen te selecteren, kunnen we hier op lange termijn goede uien
H et is een druilerige start van de dag wanneer Nieuwe Oogst half september de akkerbouwers Herman en Harm Hendriks in Oploo (NB) opzoekt. Ondanks het matige weer is de sfeer zeker niet bedompt. ’De laatste uien liggen mooi op zwad’, zegt Harm Hendriks tevreden. ’Als het nu een paar dagen mooi weer blijft, kan het opdrogen en gaan we de uien opladen’, vult zijn vader Herman aan.
Net als op veel andere plekken in Nederland, gingen de uien dit seizoen een paar weken later de grond in dan gemiddeld. ’Het gewas komt groeidagen tekort. Dat heeft ongetwijfeld impact op de opbrengst’, verwacht Herman Hendriks.
De uienteelt op het Noord-Brabantse zand gaat niet zonder slag of stoot, maar toch is het areaal de laatste jaren hard uitgebreid in Zuidoost-Nederland. Het is een regio met veel potentie voor uienteelt. ’Het is een maagdelijk gebied voor uien, het past goed in ons bouwplan en er zijn steeds meer en betere rassen voor zandgronden’, geeft Hendriks aan. ’Als we onze grond gezond houden, verwacht ik dat we op lange termijn goed uien kunnen blijven telen.’
Als we de grond gezond houden, verwacht ik dat we goed uien kunnen blijven telen
HERMAN HENDRIKS, UIENTELER IN OPLOO
Vleesvarkens
De familie Hendriks zaaide in 2018 voor het eerst een blok van 5 hectare uien. Verder stond er toen in totaal 90 hectare aardappelen en mais op het land. Destijds hield het bedrijf naast de akkerbouwtak 2.500 vleesvarkens. Doordat de ondernemers een paar jaar later gebruik maakten van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv), kon het bedrijf deze tak afstoten maar moest het akkerbouwareaal worden uitgebreid voor een vervangend inkomen.
’We hebben met de varkens altijd een goede boterham kunnen verdienen, maar we moesten onze drie oude stallen opknappen en aanpassen. Daarnaast ging de interesse van opvolger Harm meer uit naar de akkerbouw’, zegt Herman Hendriks. Via de Srv kreeg het gewezen gemengde bedrijf een vergoeding voor de stallen en de productierechten.
Over die vergoeding moet belasting worden betaald. Om dat te ontlopen, koos Hendriks ervoor een herinvestering te doen. Dat is de bouw van de nieuwe bewaarschuur in 2021 geweest. Een wens die al langer op het lijstje stond.
’Hiermee kunnen we meer aardappelen en uien langer bewaren en daardoor meer spreiden in de afzet’, zegt de ondernemer. ’We hebben één cel die is ingericht voor losgestorte productbewaring. De andere cel is bestemd voor kistenbewaring. De totale opslagcapaciteit van de schuur is 1.400 ton.’
In de nieuwe bewaarschuur is ruimte voor opslag van maximaal 1.400 ton uien.
In de nieuwe bewaarschuur is ruimte voor opslag van maximaal 1.400 ton uien. © Job Hiddink
Waar Hendriks’ akkerbouwareaal in 2018 nog 90 hectare besloeg, noteert het bouwplan anno 2023 155 hectare. Hiervan is ruim 50 hectare eigendomsgrond, de rest van de gronden ruilt het bedrijf of huurt het van boeren in de buurt. Vader en zoon Hendriks telen 65 hectare aardappelen, 20 hectare mais, 14 hectare suikerbieten, 10 hectare wintergerst, 6,5 hectare waspeen, 4 hectare bonen en 3,5 hectare vezelhennep. Het uienareaal is gegroeid van 5 naar 35 hectare.
Harm Hendriks in de uienbewaring.
Harm Hendriks in de uienbewaring. © Job Hiddink
Het gewas bevalt de akkerbouwers goed, maar ze ervaren ook de nodige moeilijkheden. Dat betreft vooral de aaltjesproblematiek en de onkruidbestrijding. ’Volgend jaar mogen we Vydate niet meer gebruiken. Dat is wel ’een dingetje’, weet Hendriks. Het nematicide heeft naast een werking tegen schadelijke aaltjes, zoals Pratylenchus penetrans ofwel wortellesieaaltje, een nevenwerking op de uienvlieg.
Teeltroulatie
’Zonder Vydate zijn we aangewezen op alternatieve middelen, die tot dusver minder effectief blijken’, ervaart Hendriks. ’Daarnaast proberen we zover het past binnen de teeltroulatie zoveel mogelijk voorafgaand aan uien Tagetes in te zaaien. In eerste instantie op eigen grond of percelen waarvan we weten dat we die meerdere jaren kunnen gebruiken. Dit jaar paste het mooi na wintergerst. 30 juni zat het al in de grond. Moet je kijken hoe mooi het erbij staat.’
Verder geeft Hendriks aan dat ze voor uien bewust de hoger gelegen percelen uitkiezen met een zo laag mogelijke wortellesieaaltjesbesmetting. ’Aardappelen kunnen slecht tegen te veel water, maar uien al helemaal niet.’ Volgens Hendriks is de opbrengstpotentie voor uien in het teeltgebied zo’n 60 tot 70 ton netto per hectare. In de eerste vier teeltjaren is dat op de meeste percelen gelukt. Ook dit jaar lijkt de oogst in die buurt uit te komen.
’Maar door het wegvallen van Vydate, houden we er rekening mee dat we vanaf volgend jaar minder kilo’s rooien’, zegt Harm Hendriks. ’Mits er een goed alternatief komt.’ Over rendabiliteit gesproken: in vier van de vijf jaren van de uienteelt op het bedrijf, moesten de telers flink met de beregeningshaspel in de weer. Dit seizoen beregende Harm Hendriks de meeste percelen vier keer. ’We gokten erop dat de uien dit jaar goed worden betaald, dus dan durven we wel een stap extra te zetten.’
Herman Hendriks: ’Tot nu toe hebben de uienprijzen ieder jaar de extra beregeningskosten goed gemaakt, maar ik besef ook dat in die jaren de uien bovengemiddeld goed zijn betaald. Dat geeft een bepaalde rust na de overschakeling. Met de varkens waren we gewend dat er iedere week geld binnenkwam. Nu moeten we er een jaar op wachten.’
Tagetes past goed na wintergerst en drukt de aaltjespopulatie voorafgaand aan de uienteelt.
Tagetes past goed na wintergerst en drukt de aaltjespopulatie voorafgaand aan de uienteelt. © Job Hiddink
Naast het beregenen had het bedrijf dit jaar ook veel werk aan de onkruidbestrijding. Voor Harm Hendriks staat de uienteelt vooraan wat betreft het spuitwerk. ’Met het huidige middelenpakket is het lastig om de percelen schoon te krijgen en te houden. Het lijkt erop dat het moment van toepassing ook steeds nauwer komt. Dit jaar was het echt zoeken naar de geschikte momenten. Die waren schaars, vooral in de zomer’, vindt de jonge akkerbouwer. Hij past zowel bodem- als contactherbiciden toe.
Daarnaast spuit hij in het beginstadium mangaan voorafgaand aan de contactbespuiting, zodat de uienpijpen overeind gaan staan en de druppels van het plantje afrollen. ’Daardoor komt er minder onkruidmiddel op de ui terecht.’ Verder overweegt Hendriks vanaf volgend jaar het onkruid ook mechanisch te bestrijden.
’Dat hebben we tot dusver nooit gedaan, omdat we in het voorjaar papierpulp uitrijden tegen stuiven. Dat gaat niet samen met mechanische onkruidbestrijding. We zijn er nog niet uit, want we merken dat op onze percelen papierpulp goed zijn werk doet. Dan zouden we daar een alternatief voor moeten hebben.’
Overigens verwachten de ondernemers dat er de komende jaren voldoende percelen beschikbaar zijn die in de basis relatief schoon zijn. Herman Hendriks: ’We draaien al jaren mee met bouwplannen van vooral veehouders en we hebben een goede verstandhouding met hen. Daar hechten we veel waarde aan. We streven altijd naar een win-winsituatie.’
Akkerbouwbedrijf Hendriks teelt ook een blokje rode uien.
Akkerbouwbedrijf Hendriks teelt ook een blokje rode uien. © Job Hiddink
Vader en zoon verbouwen de uien in een rotatie van 1-op-6 en soms 1-op-7. ’Hierdoor kunnen we bijna altijd uien telen op percelen waar nooit uien hebben gestaan’, zegt Harm Hendriks. ’Dat vinden we niet alleen belangrijk vanwege de aaltjesproblematiek, maar ook om problemen met fusarium en de uienvlieg te voorkomen. Fusarium hebben we hier soms lichte schade van, maar de uienvlieg kennen we hier niet.’
Volgens de Brabantse teler heeft dat vooral te maken met het feit dat er minder intensief uien worden geteeld dan in bijvoorbeeld de Noordoostpolder. ’Willen we daar van leren, dan moeten we hier blijven vasthouden aan een ruim bouwplan om zo lang mogelijk goed uien te kunnen blijven telen.’
Beter in de vingers
De bedrijfsopvolger vindt het belangrijk om de uienteelt beter in de vingers te krijgen, voordat hij zich gaat richten op verdere groei of ontwikkeling van het bedrijf. ’Ik zit nog geen jaar in het bedrijf, dus ik kom pas net kijken’, lacht Hendriks. ’Het liefst zou ik ons huidige areaal aan willen houden. Daarnaast zou ik het beter vinden om meer landwerk zelf te gaan doen. Het liefst heb ik de touwtjes zelf in handen. Zo vind ik het mooi dat we nu zelf de uien laden. Dan kun je de beste momenten eruit pikken.’
Hendriks besteedt het uienrooien uit aan een loonwerker, net als aardappelen poten, bijna al het zaaiwerk en mest uitrijden. Grondbewerkingen en aardappelen rooien doet de familie wel zelf. ’We proberen een betere balans te krijgen in het werk dat we zelf doen en hetgeen we uitbesteden. Zo is het een optie om in de toekomst ons eigen pootgoed te gaan telen. In de winter hebben we tijd genoeg om sorteerwerk te doen.’
Vader Herman en zoon Harm Hendriks, uientelers in Oploo.
Vader Herman en zoon Harm Hendriks, uientelers in Oploo. © Job Hiddink
Bedrijfsgegevens
Naam: Herman (63) en Harm (22) Hendriks. Plaats: Oploo (NB) Bedrijf: akkerbouw Grootte: 155 hectare. Akkerbouwbedrijf Hendriks teelt op zandgrond 65 hectare aardappelen, 35 hectare zaaiuien, 20 hectare mais, 14 hectare suikerbieten, 10 hectare wintergerst, 6,5 hectare waspeen, 4 hectare bonen en 3,5 hectare vezelhennep. Vader en zoon hebben ruim 50 hectare grond in eigendom, de rest ruilen ze met boeren in de buurt.
Fuente: https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2023/10/09/hoe-een-akkerbouwer-op-zand-de-uienteelt-in-de-benen-houdt