Jueves 28 de Marzo de 2024
El portal de la papa en Argentina
0%Variación precio
puestos MCBA
  • Intervalos nubosos con lluvias débilesBalcarceBuenos Aires, Argentina
    16° - 25°
  • Intervalos nubosos con lluvias débilesVilla DoloresCórdoba, Argentina
    18° - 28°
  • Intervalos nubososRosarioSanta Fe, Argentina
    18° - 28°
  • Intervalos nubososEstacion UspallataMendoza, Argentina
    15° - 27°
  • Intervalos nubososCandelariaSan Luis, Argentina
    19° - 30°
  • Cielos despejadosChoele ChoelRío Negro, Argentina
    12° - 29°
  • Cielos nubosos con lluvias débilesSan Miguel de Tuc.Tucumán, Argentina
    19° - 26°
Ampliar
 Buscador de Noticias
Europa 23/02/2023

Belgica: Resultaten frietrassen: Aardappelen voelden de droogte

In 2022 werden op 3 locaties in Vlaanderen rassenproeven aangelegd in het kader van het Programma Landbouwcentrum Aardappelen.

Op elk van de locaties werden proeven aangelegd met nieuwe frietrassen. Het gaat om 12 variëteiten.

E lk van de 3 proefvelden werd geplant tussen 20 en 28 april. Door de regionale spreiding van de proefvelden zijn er steeds verschillen in groei-omstandigheden, zelfs binnen het kleine Vlaanderen. Het groeiseizoen 2022 werd gekenmerkt door een vlotte start. Daarna volgde een zeer warme en droge zomer. Pas in september viel er regen van betekenis. Opbrengsten van de referentie Fontane schommelden tussen de proefplaatsen van 39 ton/ha in Tongeren, 40 ton/ha in Kortrijk tot 56 ton/ha in Kruisem. De onderwatergewichten lagen voor de frietrassen rond 419 g/5kg, wat eerder hoog is ten gevolge van de droge bodem. Hierdoor lagen de blauwgevoeligheden algemeen hoger. De frietkleur was bij alle rassen zeer goed.

Er wordt steeds getracht om uitsluitend gebruik te maken van groot pootgoed van ± 35/50 mm. De plantafstand in de rij werd aangepast per ras: voor de frietrassen was dat 30 à 38 cm. De bemesting gebeurt steeds op basis van een grondontleding in het voorjaar. Er wordt gestreefd naar een stikstofgift die geadviseerd wordt voor het referentieras. Voor de rassen Palace en Kelly mag de stikstofbemesting eigenlijk aanzienlijk verlaagd worden. Het pootgoed werd om proeftechnische redenen niet ontsmet.

De meeste rassen in de proeven hebben minstens één resistentie tegen het aardappelcysteaaltje Globodera rostochiensis of pallida, met uitzondering van Palace. Armedi, Cardyma, Etana, Lugano en Shepherd beschikken over een dubbele resistentie tegen beide types Globodera. Tijdens het groeiseizoen werden de rassen opgevolgd en beoordeeld op diverse gewaskenmerken (opkomst, gewasstand, bloei, afrijping…). Na de oogst werden opbrengst, sortering, onderwatergewicht, drijvers, blauwgevoeligheid, knolkenmerken, kook-, friet- en chipskwaliteit bepaald. Alle rassen kenden een voldoende opkomst (> 90%).

Weersomstandigheden

De winter van 2021-2022 was natter, somberder en warmer dan normaal. Ook maart 2022 was warm en bovendien uitzonderlijk zonnig en droog. April begon nat en fris, maar al snel stegen de temperaturen en brak er een nieuwe droge periode aan. Na een lange droge periode begon het gelukkig te regenen eind mei en begin juni. Voor de meeste gewassen kwam de regen net op tijd, waardoor de gevolgen van de droogte beperkt bleven. Het warme weer zorgde ook voor een zeer vlotte groei. Zomerteelten zoals aardappelen deden het op dat moment ook heel goed. De daaropvolgende zomer was uitzonderlijk droog, warm en zonnig. Dit zorgde voor problemen in heel wat teelten. Voor de late aardappelen lag de verwachte opbrengst al snel 20% lager dan het gemiddelde van de voorbije 5 jaren. De soms overvloedige regen die in september viel, kon door de meeste rassen niet meer benut worden. Veelal was de afrijping te ver gevorderd.

Gemiddeld 43 ton/ha

In Kruisem, Tongeren en Kortrijk werden 12 frietrassen aangelegd. Fontane en Innovator werden als referenties opgenomen, samen met 10 nieuwe variëteiten. De hoogste bruto-opbrengst (alle sorteringen én uitval) was te vinden op het proefveld in Kruisem. Tijdens de droge zomer werd daar eenmalig beregend. Terwijl in Kortrijk en Tongeren respectievelijk 41 en 46 ton/ha bruto werd gehaald met de frietrassen, lag dit resultaat in Kruisem heel wat hoger (56 ton/ha). De hoeveelheid uitval bleef beperkt, met uitzondering van Tongeren. Daar werden heel veel groene knollen gezien. Gemiddeld over de 3 proefplaatsen heen noteerden we een netto-opbrengst +35mm van 43 ton/ha bij de frietrassen.

Over de kwaliteit

De onderwatergewichten lagen in 2022 heel hoog omwille van de droge bodemomstandigheden in de zomer. De hoogste waarden waren te vinden in Tongeren, maar ook op de andere 2 locaties gingen de onderwatergewichten vlot voorbij 400 g/5kg. Alle rassen bereikten zonder moeite de norm en drijvers vormden geen problemen. Hierdoor lagen de blauwgevoeligheden in het algemeen vrij hoog, zelfs nog hoger dan bij oogst 2020, toen de onderwatergewichten eveneens hoog eindigden.

De frietkwaliteit was op alle locaties zeer goed. Een tweetal rassen hadden enkele heterogene frieten. Het is duidelijk dat de meeste rassen in proef specifiek geschikt zijn voor de friet- of chipsindustrie. Slechts enkele rassen haalden een goede kookkwaliteit op de 3 proefvelden. Deze kwaliteitsparameter is voor deze typische friet- en chipsrassen dan ook van ondergeschikt belang. Toch blijft het interessant om deze analyse uit te voeren om eventuele dubbeldoelrassen aan het licht te brengen.

Aantasting met schurft vormde nergens een probleem en ook lakschurft (na oogst) was niet in grote getale aanwezig. Holle knollen kwamen nauwelijks voor. Op één locatie waren er meerdere knollen te vinden met interne roestvlekken.

Net zoals in het vorige droge jaar 2020 zagen we ook dit jaar eerder ronde knollen (= kortere knollengte) en minder stengels per plant. Als we naar de referentie Fontane kijken, dan blijkt het knolaantal per plant toch op een gemiddeld niveau te liggen (15 knollen per struik).

In de tabellen wordt Fontane als referentie gebruikt voor de late frietrassen. In de tekst wordt verwezen naar Innovator voor rassen die tot hetzelfde segment behoren als Innovator.

Referentie: Fontane

Fontane blijft met ruime voorsprong het belangrijkste ras in Vlaanderen en vormt dan ook hét referentieras bij de frietrassen. Zoals gewoonlijk verloopt zijn opkomst heel vlot en verloopt zijn afrijping op eenzelfde snelheid als bij vele andere rassen in proef. Fontane haalde in 2022 een knolaantal dat ruim boven het gemiddelde van de andere rassen in proef lag, namelijk 15 per struik (gemiddelde van alle frietrassen was 12). Zijn aantal stengels per struik lag dit jaar ook op een zeer ‘normaal’ aantal (3,1) voor 2022. Er wordt geadviseerd om Fontane op 34 cm in de rij te planten (groot pootgoed).

Fontane haalde in de rassenproeven een opbrengst van 56,0 ton/ha (sortering +35mm zonder afval). Trekken we daar nog 20% van af (voor spuitsporen, kopakkers …), dan komen we op een praktijkopbrengst van 44,8 ton/ha. De sortering bleef eerder fijn, met 73% van de opbrengst in de sortering +50mm. Fontane vormt korte (=rondere) knollen in vergelijking met de andere frietrassen.

Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld op een 456 g/5kg, wat het hoogste resultaat is van alle frietrassen. Zijn blauwgevoeligheid ligt hier volledig mee in lijn: al bleef zijn index met 155 eerder laag dit jaar, terwijl zijn onderwatergewicht wel hoog lag. Zijn frietkwaliteit is zoals bekend zeer goed, zonder heterogene frieten. Zijn smaak na het koken is vaak goed, maar vaak iets te melig door zijn hoger onderwatergewicht. Schurft werd nauwelijks gezien bij oogst 2022 en ook van interne gebreken had Fontane geen last.

Inagro, PCA, PIBO

Armedi

Armedi werd voor het eerst in de rassenproeven opgenomen en behoort tot het Fontane-segment. Interessant is zijn zeer brede aaltjesresistentie. Wees voorzichtig, want het ras is zeer gevoelig voor metribuzin.

Zijn opkomst verliep zonder problemen en iets trager dan het gemiddelde over de frietrassen heen. Ook zijn afrijping startte op een gemiddeld tijdstip en ligt in de lijn van zijn laatrijpheid. Dit ras vormt heel weinig stengels (2,6 per struik), terwijl er met 12 knollen per struik toch een gemiddeld knolaantal wordt gevormd (minder dan Fontane).

Afhankelijk van de proeflocatie bleef de opbrengst van Armedi net onder of net boven deze van Fontane. Over de 3 percelen heen haalde dit nieuwe ras +1% ten opzichte van de referentie (zowel netto als bruto). Armedi haalde een mooie grofte, met 80% in de sortering +50mm. Zijn knollen zijn net ietsje langer dan de eerder rondere knollen van Fontane.

Over de 3 locaties heen haalde Armedi een onderwatergewicht van 417 g/5kg, met enkele drijvers op één perceel. Zijn blauwgevoeligheid lag met een index van 150 lager in vergelijking met vele andere rassen.

Zijn frietkwaliteit was telkens zeer goed, met slechts een enkele heterogene friet. Als een van de weinig rassen in proef was zijn smaak na het koken goed tot zeer goed, en dit op de 3 proefvelden. Dit ras haalt voor deze parameter de hoogste score. Armedi lijkt dus mogelijk een dubbeldoelras te zijn. Deze varieteit scoorde zeer goed qua interne knolkenmerken, maar had wel eerder schurftige knollen (zowel gewone schurft als lakschurft).

Uit de resultaten van één proefjaar lijkt Armedi een zeer ‘gemiddeld’ ras te zijn, zowel op het vlak van opkomst, afrijping, opbrengst, sortering, knolaantal, knollengte, onderwatergewicht … Dit nieuwe ras haalde een (zeer) goede kookkwaliteit.

Cardyma

Cardyma werd voor het derde jaar meegenomen. Dit ras is enerzijds geelvlezig, zoals Fontane, maar heeft anderzijds een lengte en frietkwaliteit, zoals Innovator (mikken op QSR-segment of dus de fastfoodketens). Cardyma is zowel resistent tegen het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis (pathotype 1,4) én G. pallida (pathotype 2). Metribuzin voor de onkruidbestrijding is het best enkel te gebruiken in de vooropkomstbehandeling.

De 2 voorbije jaren kende Cardyma een zeer vlotte opkomst, in combinatie met een vroege afrijping. In 2022 verliep vooral zijn opkomst iets trager, in vergelijking met Fontane, terwijl de afrijping vergelijkbaar was (wel duidelijk trager dan Innovator). Zijn vroegheid ligt tussen de 2 referenties in. Net zoals in 2021 werd een gemiddeld aantal stengels (3,0) per struik gevormd met een mooi aantal knollen (14). In het eerste proefjaar lagen de aantallen eerder aan de lage kant.

Net zoals de voorbije jaren haalt Cardyma een lagere bruto-opbrengst dan Fontane (-14%), maar wel vergelijkbaar met Innovator. Uitval vormde geen problemen, maar lag toch net ietsje hoger dan bij de referenties. Daardoor lagen de verschillen bij de netto-opbrengsten enkele procenten hoger. De sortering bleef eerder aan de fijne kant, met 71% in de frietsortering +50mm. Positief voor de frietverwerking zijn de lange knollen.

Kenmerkend voor Cardyma is zijn hoog onderwatergewicht van 443 g/5kg. Toch vormt zijn blauwgevoeligheid zeker geen probleem, met in 2022 een index die lager uitkwam in vergelijking met vele andere rassen. Zijn frietkwalit was uitstekend. Cardyma is niet geschikt om te koken (onvoldoende smaak, te melig) en is hiermee een typisch frietras. In tegenstelling tot de 2 vorige proefjaren, werden geen knollen met interne roestverkleuring gevonden.

Na 3 proefjaren zien we bij Cardyma lange knollen, een opbrengst in de buurt van Innovator, een hoog onderwatergewicht en zeer goede frietkwaliteit, maar niet geschikt om te koken. Cardyma lijkt wel gevoeliger te zijn voor interne bruinverkleuring (roest), alleen niet in 2022.

Chenoa

Ook Chenoa werd in 2022 voor het derde jaar geplant. Dit ras zou goed bestand zijn tegen droogte en hitte en zou geschikt zijn voor lange bewaring. Chenoa kende een vlotte opkomst en zijn afrijping verliep op een gemiddeld tempo. Het is nochtans een vroegrijper ras (cfr. Innovator), maar hield desondanks goed stand tijdens de warme, droge zomer. Dit ras vormde zowel een mooi aantal stengels (3,5), alsook 14 knollen per plant (cfr. Fontane).

Op elke locatie bleef de opbrengst +35mm netto lager in vergelijking met Fontane (-8%). De hoeveelheid uitval was vergelijkbaar met de referentie, waardoor dus ook de bruto-opbrengst van Chenoa lager bleef ten opzichte van Fontane. Ook in de andere proefjaren bleef zijn opbrengst 3 tot 9% lager. Kenmerkend is ook zijn fijne sortering, met in 2022 slechts 58% in de sortering +50mm. Typisch zijn de lange knollen bij Chenoa.

Op het vlak van het onderwatergewicht haalde dit ras steeds een mooi resultaat, met 435 g/5kg in 2022, terwijl de blauwgevoeligheid meestal laag blijft. Zijn frietkleur is steeds uitstekend. Chenoa is niet geschikt om te koken. Voor het eerst werden meerdere knollen met interne bruinverkleuring opgemerkt. Chenoa leek de voorbije jaren iets gevoeliger voor schurft, maar de aantasting bleef dit jaar vrij beperkt.

Ondanks dat Chenoa een vroegrijp ras is (cfr. Innovator) houdt dit ras goed stand, zelfs in een droog, warm jaar. Toch blijft zijn opbrengst overwegend laag in vergelijking met Fontane, met een fijne sortering. Zijn lange knollen vertonen een zeer mooie frietkleur, maar zijn niet geschikt om te koken. Dit ras is weinig gevoelig voor stootblauw.

Edison

Ook Edison is een ras dat in 2022 voor de derde keer werd meegenomen in de rassenproeven. Het hoort thuis in het Fontane-segment. Edison zou geschikt zijn voor bewaring bij lagere temperaturen zonder problemen te krijgen met de frietkleur.

Vooral in 2022 kende Edison een snelle opkomst, maar elk jaar begon dit ras snel aan de afrijping. Zijn vroegrijpheid ligt tussen de 2 referentierassen in. Zijn stengelaantal schommelt nogal tussen de jaren, met in 2022 een hoger aantal stengels (3,7). Zijn knolaantal komt meestal uit op een zeer gemiddeld niveau, met 13 knollen per struik in 2022.

Edison haalde op elke locatie een lagere opbrengst dan Fontane, met een gemiddelde minopbrengst van 6% in de +35mm netto. Op één locatie (Tongeren) waren er heel wat groene knollen bij de oogst aanwezig, waardoor de netto-opbrengst daar een stuk lager komt te liggen dan de bruto-opbrengst. Met 74% van de opbrengst in de grove sortering +50mm wordt eenzelfde resultaat behaald als Fontane. Zijn knollen zijn net iets langer dan deze van Fontane.

Zijn onderwatergewicht bleef iets lager, met 409 g/5kg, maar dankzij een droge zomer vormde dit geen enkel probleem. Op één locatie werden drijvers gevonden (8%). Zijn onderwatergewicht bleef dan ook lager in vergelijking met de meeste andere rassen in proef. Edison was het minst blauwgevoelig. Zijn frietkwaliteit was de beste van alle rassen in proef (cfr. vorige jaren), maar is duidelijk niet geschikt om te koken (met zwartverkleuring). Opvallend is de afwezigheid van holle knollen en andere interne gebreken in elk van de 3 proefjaren.

De resultaten van dit nieuwe ras schommelen nogal over de jaren en proeflocaties heen. Zijn opkomst stelt geen problemen, maar Edison begint wel relatief snel met afrijpen. Zijn knolaantal is zeer gemiddeld te noemen. In 2020 en 2022 bleef zijn netto-opbrengst lager dan bij Fontane (-6 à 7%), in tegenstelling tot 2021, met een meeropbrengst. Zijn onderwatergewicht bleef telkens lager (met hier en daar enkele drijvers), alsook zijn blauwgevoeligheid. Edison bevestigde zijn uitstekende frietkwaliteit en zijn ongevoeligheid voor interne gebreken (roest, hol). Edison is duidelijk geen aardappel om te koken.

Lugano

Lugano werd in 2022 voor de tweede keer beproefd. Het is een variëteit die in het Fontanesegment past. Interessant is zijn brede nematodenresistentie tegen zowel Globodera rostoschiensis (pathotype1,2,3,4) en Globodera pallida (pathotype 2,3).

Dit jaar verliep zijn opkomst traag en ook zijn afrijping startte net iets later. Zijn vroegheid is vergelijkbaar met Fontane. Opnieuw vormde Lugano weinig stengels (2,5) per struik en hierdoor ook extreem weinig knollen (slechts 6)! Het advies voor de grote potermaat is dan ook om te planten op 30 cm in de rij.

Ondanks de nauwe plantafstand bleef de netto-opbrengst +35mm 7% lager dan deze van Fontane. Ook voor de bruto-opbrengst noteren we een resultaat dat net 2% lager blijft dan de referentie. Door het zeer lage knolaantal groeien de aardappelen grof uit, met 90% in de sortering +50mm en ook 34% in de sortering +70mm. Dit zorgt er wel voor dat er meer uitval te vinden is (groene knollen). Lugano behaalde wel een mooie knollengte, die met een kleine 9 cm net iets langer was dan het gemiddelde van alle frietrassen.

Lugano haalt doorgaans een lager onderwatergewicht. Door de droogte in 2022 bereikte het toch 399 g/5kg zonder drijvers. Dit is het op 2 na laagste resultaat in de proeven (cfr. 2021). Toch ligt zijn blauwgevoeligheid met een index van 206 hoger dan het gemiddelde van de frietrassen. Op het vlak van frietkwaliteit scoorde Lugano zeer goed, met slechts een enkele heterogene friet. In tegenstelling tot 2021, haalde deze variëteit op elke locatie een (zeer) goede smaak na het koken.

Het optreden van schurft bleef beperkt. Door zijn grove sortering is holheid wel een aandachtspunt, samen met hier en daar wat interne verkleuring.

Lugano vormde tijdens de 2 proefjaren enorm weinig knollen per struik (5 à 6). Hierdoor was zijn sortering heel grof en kon geen topopbrengst behaald worden. Ondanks een laag onderwatergewicht blijkt dit ras toch redelijk blauwgevoelig te zijn. Zijn frietkwaliteit was zeer goed en ook zijn smaak na het koken was dit jaar (zeer) goed (2021: wisselvallig). Door zijn zeer lage knolaantal is holheid een aandachtspunt.

Palace

Palace werd ondertussen 3 keer in de proeven opgenomen. Het behoort tot het Fontanesegment en heeft géén resistentie tegen aardappelcystenaaltjes. Dit ras zou minder last hebben van hitte- en droogtestress, met minder bladval tijdens de moeilijke groeiperioden.

Tijdens de 3 proefjaren zagen we een zeer trage opkomst, maar ook de afrijping startte zeer laat, wat te verwachten is voor zo’n laatrijp ras (cfr. Kelly). Er werden veel stengels gevormd in vergelijking met de andere rassen (3,6) en behoorlijk wat knollen (15 per struik).

Palace is het enige ras dat op elke proefplaats duidelijk een meeropbrengst haalt ten opzichte van Fontane en dit voor elk van de 3 proefjaren. Met een meeropbrengst van +14% ten opzichte van Fontane in de +35mm netto, scoorde Palace de hoogste opbrengst (+23% in ’21 en +5% in ‘20). Palace vormde niet meer uitval dan Fontane. 80% van de opbrengst behoorde tot de sortering +50mm, waarvan ook 17% in de sortering +70mm. Palace vormt, net zoals Fontane, nogal ronde knollen met beperkte knollengte.

Deze variëteit haalde een goed onderwatergewicht van 411 g/5kg zonder drijvers. Zijn blauwgevoeligheid moet wel in de gaten gehouden worden, want op dat vlak scoorde Palace het op één na slechtst van alle rassen in proef. Zijn frietkwaliteit was op elke locatie uitstekend, al zien we wel een hogere index in vergelijking met de andere rassen in proef. Bij dit ras zagen we het hoogste percentage heterogene frieten. Palace was absoluut niet geschikt voor de kook. Hier en daar werd wel eens wat interne bruinverkleuring opgemerkt en wat lakschurft op de schil.

Na 3 jaar in proef te hebben gelegen zien we een zeer trage opkomst en een zeer late start van de afrijping. Palace haalt met zijn eerder ronde knollen (cfr. Fontane) elk jaar de hoogste opbrengst met grove sortering (zelfs met een mooi knolaantal per struik). Zijn correct onderwatergewicht, grote blauwgevoeligheid en uitstekende frietkleur werden bevestigd. Palace is niet geschikt voor de kook.

Virginia

Voor Virginia was 2022 het derde proefjaar. Het hoort eerder thuis in het Fontane-segment. Deze variëteit zou geschikt zijn voor lange bewaring aan lagere temperatuur, met behoud van een goede frietkleur en rustig op vlak van de kieming. Let op, want Virginia is gevoelig voor metribuzin.

Over de jaren heen laat de opkomst een grillig patroon zien, met in 2022 een eerder gemiddelde snelheid. De latere start van de afrijping wordt wel bevestigd. Virginia vormde 3,3 stengels en 13 knollen per struik.

Virginia haalde in de bruto-opbrengst een meeropbrengst van 5% ten opzichte van Fontane (24% in ’21 en 8% in ‘20). Omdat het ras nogal te kampen had met uitval (hoogste in proef) zakte zijn opbrengst in de +35mm netto echter naar 1% lager dan Fontane. Virginia blijkt iets meer last te hebben van misvormde en gekloven knollen. Het haalde een mooie grofte van 75% van zijn opbrengst in de sortering +50mm. Zijn knollengte was vergelijkbaar met deze van Innovator.

Met een onderwatergewicht van 429 g/5kg wordt een mooie hoeveelheid droge stof gevormd, zonder al te gevoelig te zijn voor stootblauw. Zijn frietkwaliteit was steeds uitstekend. Virginia is minder geschikt om te koken. Drie jaar op rij zien we weinig schurft op de knollen.

Na 3 jaar in proef zien we een wisselend beeld qua snelheid van opkomst en een iets tragere start van de afrijping. Zijn stengel- en knolaantal zijn vrij gemiddeld te noemen. Virginia haalt een hogere bruto-opbrengst dan Fontane (8 tot 24%), maar lijkt wel gevoeliger voor groeischeuren en misvormingen. Zijn knollen zijn doorgaans net iets grover dan de referentie. Virginia heeft een goed onderwatergewicht, in combinatie met gemiddelde blauwgevoeligheid en een uitstekende frietkwaliteit. Het ras lijkt wel wat gevoeliger voor holle knollen (vooral in 2021).

Referentie: Innovator

Enkele van de nieuwe rassen zijn een kruising met Innovator of behoren tot hetzelfde marktsegment. Omwille van deze redenen is ook Innovator een van de referenties. Belangrijk is zijn resistentie tegen Globodera pallida (pathotype 2 en 3). In 2022 vormde Innovator slechts 10 knollen per struik, wat niet abnormaal is voor dit ras, dit ondanks een normaal stengelaantal (3,2). Pas op: Innovator is enorm gevoelig voor metribuzin!

Dit ras kent doorgaans een zeer vlotte opkomst en start vroeger met afrijpen dan Fontane. Zeker met de droge omstandigheden werd zijn afrijping in 2022 te snel ingezet.

We weten dat Innovator vaak een lagere opbrengst haalt dan Fontane, zeker in moeilijke groei-omstandigheden. In 2022 was dit over de 3 rassenproeven heen zo’n 15% of dus 47,7 ton/ha (+35mm zonder afval). Na aftrek van 20% haalde Innovator een praktijkopbrengst van 38,1 ton/ha. Met 79% van zijn opbrengst behorend tot de +50mm haalde Innovator een mooie grofte. Dit ras vormt veelal langere knollen ten opzichte van Fontane, wat ook in de rassenproeven van 2022 het geval was (knollengte 8,7 cm ten opzichte van 7,5 cm).

In veel jaren zien we bij Innovator een laag onderwatergewicht. Dit was in 2022 niet anders: met een gemiddelde van 393 g/5kg was dit het op één na laagste resultaat van alle rassen. Drijvers werden niet gevonden. Ondanks zijn lage onderwatergewicht was zijn blauwgevoeligheid ietsje hoger dan het gemiddelde van alle frietrassen; dit zien we wel vaker bij Innovator. Zoals we van Innovator gewoon zijn, was zijn frietkwaliteit zeer goed en zagen we op elke proefplaats ook een (zeer) goede smaak na het koken.

Innovator is soms wel gevoeliger voor schurft op de knollen, maar niet in 2022. Ook roest (interne bruinverkleuring) komt wel eens voor bij Innovator, zeker op de lichtere en/of drogere gronden. Dit was in 2022 enkel op één locatie het geval.

Inagro, PCA, PIBO

Etana

Etana werd voor het tweede jaar op rij in de rassenproeven opgenomen. Dit ras behoort tot het Innovator-segment. Interessant is zijn brede nematodenresistentie tegen zowel Globodera rostoschiensis (pathotype1,4) en Globodera pallida (pathotype 2,3). Omwille van zijn gevoeligheid voor inwendige gebreken en tabaksratelvirus wordt geadviseerd om Etana niet op de lichte zandgronden te telen (cfr. Innovator). Hij zou geschikt zijn voor lange bewaring. Metribuzin bij de onkruidbestrijding is het best enkel te gebruiken in de vooropkomstbehandeling.

De opkomst verliep ook in 2022 vlot, samen met een afrijping (cfr Fontane) (zeer trage afrijping in 2021). Ondanks een gemiddeld stengelaantal (3,1) werden slechts 9 knollen per struik geteld (net zoals eerste proefjaar).

Etana haalde dit jaar een beperkte meeropbrengst van 3% ten opzichte van zijn referentie Innovator voor de +35mm netto, dit in tegenstelling tot +19% in 2021. De hoeveelheid uitval lag in dezelfde lijn als bij Fontane en Innovator. Door zijn lage knolaantal groeit dit ras grof uit met 87% in de +50mm (op één na hoogste resultaat van alle rassen in proef). Etana had een mooie knollengte van ruim 9 cm.

Zijn onderwatergewicht ging op elke locatie vlot boven de 400 g/5kg en nergens werden drijvers vastgesteld. Hiertegenover staat een correcte blauwgevoeligheid na een droge zomer.

Op elke proefplaats werd een uitstekende frietkwaliteit gezien. Etana is niet geschikt om te koken (extreem melig en gevoelig voor zwartverkleuring na het koken). Op het vlak van uiterlijke en interne kenmerken scoorde Etana prima.

Na 2 jaar proeven toont Etana zich als een ras met zeer laag knolaantal, wisselende opbrengst net iets hoger dan Innovator, grove sortering, correct onderwatergewicht en uitstekende frietkwaliteit. Etana is niet geschikt om te koken. Dit ras toonde 2 jaar op rij geen problemen qua schurft of interne gebreken.

Kelly

Kelly is een witvlezig ras dat behoort tot het Innovator-segment. Het werd in 2022 voor de derde keer in de proeven opgenomen. Deze variëteit zou geschikt moeten zijn voor lange bewaring. Kelly is resistent voor het aardappelcystenaaltje G. rostochiensis (pathotype 1-4), maar niet tegen G. pallida, zoals Innovator.

Dit jaar zien we dat Kelly een vlottere opkomst kent dan de 2 voorbije jaren. Kelly is duidelijk een zeer laatrijp ras (type Markies), want zijn afrijping start heel laat (samen met Palace). Hij vormde in 2022 een mooi aantal knollen van 14 per plant (cfr. 2020) met 3,6 stengels.

Net zoals in 2020 (met overwegend droge omstandigheden en intense hittegolf) haalde Kelly een meeropbrengst van +17% ten opzichte van Innovator (+19% in 2020) in de +35mm netto. In 2021 deed Innovator het heel wat beter. De hoeveelheid uitval lag niet veel hoger in vergelijking met de referentie. Door zijn hoger knolaantal blijft zijn sortering doorgaans wel fijner, met dit jaar 71% in de sortering +50mm. De knollen van deze variëteit groeiden iets ronder uit in vergelijking met Innovator.

Qua onderwatergewicht scoort Kelly een stuk hoger dan de referentie, met een gemiddelde van 435 g/5 kg. Zijn blauwgevoeligheid is wel een aandachtspunt: Kelly behaalde de hoogste index van alle frietrassen. Zijn frietkwaliteit was op elke locatie zeer goed, maar, zoals de voorbije jaren, werden wel enkele heterogene frieten gezien. Kelly is niet geschikt om te koken, vooral door zijn extreme meligheid. Hij lijkt ook eerder gevoelig aan aantasting door schurft.

Het laatrijpe ras Kelly haalde in 2022, mede dankzij een lang groeiseizoen door een late start van de afrijping, een hogere opbrengst dan Innovator, net zoals in 2020. In groeizame jaren, zoals in 2021, haalt Innovator duidelijk de bovenhand. Zijn sortering blijft wat fijner door zijn hoger knolaantal in vergelijking met Innovator. Zijn onderwatergewicht en blauwgevoeligheid liggen (zeer) hoog. Zijn frietkwaliteit is zeer goed, met soms enkele heterogene frieten. In 2022 was Kelly niet geschikt om te koken (in andere jaren soms wel). Zelfs met een fijnere sortering is holheid wel een aandachtspunt.

Shepherd

Shepherd kwam in 2022 voor de tweede keer aan bod en hoort thuis in het Innovator-segment. Interessant is zijn dubbele nematodenresistentie tegen zowel Globodera rostoschiensis (pathotype1) en Globodera pallida (pathotype 3).

Zijn opkomst verliep trager in vergelijking met de andere rassen in proef, terwijl zijn afrijping aan een gemiddeld tempo verliep. Dit nieuwe ras vormde 3,2 stengels met 13 knollen per struik (9 in 2021).

Shepherd haalde, in tegenstelling tot 2021, een aanzienlijke meeropbrengst ten opzichte van Innovator van 20% (en +2% ten opzichte van Fontane) in de +35mm netto. Er werd niet meer uitval gevonden dan gemiddeld bij de andere rassen. Met 81% behoorde ook een mooi percentage knollen tot de frietsortering +50mm en zelfs 19% tot de +70mm. Shepherd vormt lange knollen.

Op elke proeflocatie haalde dit ras het laagste onderwatergewicht. Op 2 locaties schommelde zijn resultaat zelfs rond de norm, met 3 à 6% drijvers. Shepherd was hierdoor minder gevoelig voor stootblauw. Zijn frietkwaliteit was zeer goed, maar met meerdere heterogene frieten. In tegenstelling tot 2021 was er weinig schurft te zien op de knollen en op één locatie waren er enkele aardappelen met interne bruinverkleuring. Shepherd is helemaal niet geschikt om te koken, met nogal wat grauwverkleuring achteraf.

De 2 proefjaren werden gekenmerkt door een tragere opkomst. In 2021 werd een lage opbrengst behaald, terwijl er in 2022 wel een meeropbrengst van 20% ten opzichte van Innovator was. Met zijn lange knollen komt een aanzienlijke hoeveelheid van de opbrengst in de frietsortering +50mm terecht. Zijn onderwatergewicht bleef 2 jaar (zeer) laag, met een goede frietkleur, ondanks enkele heterogene frieten. Shepherd is niet geschikt om te koken.

Fuente: https://www.landbouwleven.be/16060/article/2023-02-16/resultaten-frietrassen-aardappelen-voelden-de-droogte


Te puede interesar