Europa: Nieuw aardappelras beter resistent tegen phytophthora

De aardappel is ontwikkeld om meer weerstand te kunnen bieden tegen phytophthoraen heeft net zijn eerste jaar aan veldtesten achter de rug.

Phytophthora is een wereldwijd probleem. De schimmel kan hele aardappelvelden verwoesten tenzij er gebruik wordt gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen. TSL hield de veldtest in het Norwich Research Park. Bij de veldtest werd gebruik gemaakt van een aardappelsoort, waarbij drie verschillende genen met een weerstand tegen phytophthora werden toegevoegd aan het commerciële aardappelras Maris Piper. De genen waren afkomstig van een wild aardappelras.

Na het eerste jaar merkten de wetenschappers duidelijke verbeteringen met betrekking tot de weerstand tegen phytophthora. Er was een significant verschil te zien tussen de nieuwe aardappelen en de aardappelen zonder extra weerstand. Volgens de projectleider, professor Jonathan Jones, zijn de eerste resultaten positief met betrekking tot het vinden van een manier om phytophthora zonder gewasbeschermingsmiddelen te bestrijden. "We hebben de technologie om problemen op te lossen waar veel telers last van hebben. Ziektes als phytophthora verminderen de opbrengst op het land en vereisen de toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen. De veldtest laat zien dat een meer duurzame manier van landbouw mogelijk is."

Bij veldtesten in het volgende jaar wordt er gekeken of de aangepaste Maris Piper-aardappelen ook kenmerken in zich dragen die de kwaliteit van de knol verbeteren. Daarbij worden twee verschillende genen in de plant uitgeschakeld. Door het ene gen uit te schakelen, moet de aardappel minder kwetsbaar voor beurse plekken worden, waardoor aardappelen makkelijker aan kwaliteitseisen tegemoet kunnen komen. Het uitschakelen van het andere gen moet ervoor zorgen dat de vorming van zwarte plekken en acrylamide wordt tegengegaan. Dit speelt met name een rol als de aardappelen op hoge temperatuur worden gebakken, zoals bijvoorbeeld bij de productie van chips.

Het werk van TSL wordt uitgevoerd met een beurs van het Horticulture and Potato Initiative (HAPI) en is gefinancierd door de Biotechnology and Biological Sciences Research Council (BBSRC). Er wordt bij het onderzoek samengewerkt met Simplot Plant Sciences in de VS en BioPotatoes in het Verenigd Koninkrijk.